Hoe bestrijdt u mollen in uw tuin?

Mollen kunnen een tuin in een mum van tijd ruïneren en het maakt daarbij niet uit of het nu gaat om een groot oppervlak of slechts een paar vierkante meter.

Op zoek naar larven en wormen graven mollen tientallen meters of zo'n 12- 15 gangen per dag.
Over het algemeen zijn er meerdere loopgangen ( "snelwegen"), die meestal al langere tijd in gebruik zijn en tussen ca. 7,5 en 30 cm onder het maaiveld liggen. Als u deze kunt vinden, dan is dit de beste plek voor het geval u een val wilt zetten. Naast deze tunnels bestaat het stelsel uit jachtgangen en de meer oppervlakkige gangen de 'ritten'.
Het territorium van één mol bedraagt zo'n 450 m². Het nest of ketel bevindt zich meestal onder een boom en struik en dat is ook de plek waar de "snelwegen" beginnen.

Buiten een klem, heeft u een troffel, een lange schroevendraaier en iets, het handvat van tuingereedschap is hier ideaal voor, om de vloer van de gang mee aan te stampen nodig.

Probeer m.b.v. de molshopen de meest voor de hand liggende verbindingen (gangen) tussen de molshopen te bepalen (een beetje zoals de plaatjes waar genummerde puntjes via een lijn met elkaar verbonden moeten worden!)

Molshopen zijn meestal nieuwe jachtgangen die verbonden zijn met een loopgang.
Een jachtgang wordt maar één of twee keer gebruikt door de mol, en wordt daarna afgesloten. Het heeft dus weinig zin om een val in een jaaggang te zetten.
Verse molshopen duiden dus meestal op jachtgangen, zoek dan ook naar oudere en grotere molshopen, die zouden wel eens van een hoofdtunnel kunnen zijn.

Kies een molshoop die wel eens van een van een hoofdtunnel zou kunnen zijn en prik zachtjes met de lange schroevendraaier in de grond op de plaats waar u vermoedt dat de ingang van de tunnel zit.

De tunnels zijn zo'n 4-5 cm in doorsnee en u zult geluk nodig hebben om direct de ingang te vinden. Blijf dus om de paar centimeter met de schroevendraaier prikken totdat u een gebiedje tegenkomt met minder weerstand (dit is de reden dat u niet te hard moet prikken omdat u anders niet voelt dat u de gang gevonden heeft).

Gebruik de troffel om de grond boven de tunnel weg te halen, maar zorg ervoor dat het gat niet veel groter wordt dan de val.

Verwijder in beide richtingen de losse grond op de bodem van de tunnel. Stamp de vloer van de tunnel stevig aan om te voorkomen dat de mol onder de val door kan.

Zet de klem in het gat en zet hem op scherp, zorg ervoor dat het plaatje zich in de tunnel bevindt en op 1,9cm boven de vloer van de tunnel. Deze afstand is erg belangrijk voor een juiste werking, het kan dus zijn dat hiervoor de vloer verlaagd of verhoogd moet worden. Mocht dit het geval zijn vergeet dan niet dat dit de afstand is vanaf een stevig aangestampte vloer. Het plaatje is erg gevoelig dus ga voorzichtig te werk! Test of de val onbelemmerd werkt door met de lange schroevendraaier tegen het plaatje te drukken, pas eventueel de ruimte tussen de vloer en het plaatje aan de opening totdat de klem correct werkt.

Dek het gat af met graszoden, maar zorg ervoor dat de handgrepen van de klem niet geblokeerd worden als de klem dichtklapt.

Bedek de overgebleven gaten met wat gras - indien nodig kunt u nog extra grond aanbrengen, om de tunnel van binnenvallend licht af te sluiten. Doe dit wel voorzichtig want er mag geen grond in de tunnel vallen.

Vervolgens moet de klem dagelijks worden gecontroleerd. Als de handgrepen open staan dan is de klem geactiveerd geweest. Vals alarm geeft aan dat de mol waarschijnlijk onder de klem is doorgegaan. In dit geval zal de vloer van de tunnel harder aangestampt moeten worden en vervolgens moet het plaatje weer op de juiste afstand t.o.v. de vloer geplaatst worden. Als er na een paar dagen nog geen succes is dan, is het raadzaam de klem in een andere hoofdtunnel te zetten, maar idealiter zet u meerdere klemmen om dit te voorkomen.